De hele strat stond op z'n kop Een bakker riep vol spijt Bij 't slijten van een kleintje wit Ik ben mijn alpino kwijt Er stonden na die kreet al gauw Wat mensen om hem heen En na het vernemen van de ramp Zong spoedig iedereen
refr.: Waar is de alpino van de bakker van de hoek Zit ie in 't brood, zit ie in de koek Waar is de alpino van de bakker van de hoek Dat ding moet hier of daar toch zijn Hoe raak zo'n ding nou zoek
De bakker zuchtte bij z'n kar Is dat een reuze strop Het was zo'n mooie met een klep En puntje bovenop Ik heb 'm van m'n vrouw gehad Dat wordt natuurlijk bal Inmiddels ging het nieuwtje rond En riep men overal
refr.
De bakker sneed ten einde raad Z'n broden middendoor En sloopte toen z'n krentenmik Tot hij de moed verloor Zo was er na 'n paar uur tijd Geen korstje brood meer heel En buiten ging de straatjeugd door Met liefelijk gekweel
refr.
Bij Jansen was het 's avonds feest Dat bleek wel uit de taart Waarop met room en mocca stond Dat moeder was verjaard Maar toen de taart gesneden werd Wou 't mes er maar niet in Het stuitte op 'n kleine klep Toen juchte het gezin
Daar is de alpino van de bakker van de hoek Hij zat niet in het brood, hij zat niet in de koek Daar is de alpino van de bakker van de hoek Het ding zat in de moccataart Het is niet langer zoek