Wat kletsen ze nou? Ik heb toch vandaag een vlinder gezien al zat er wat roet aan zijn vleugels misschien. Hij vloog nog heel vief door het hemelse blauw: wat kletsen ze nou?
Angst is voorbarig, kritiek zo goedkoop, zolang en er nog één vlinder vliegt… is er hoop.
Wat kletsen ze nou? Ik heb toch vandaan zelf een hommel gehoord al was zijn gezoem door een vliegtuig gestoord. Hij was nog heel ijverig met honing in touw: wat kletsen ze nou?
Angst is voorbarig, kritiek zo goedkoop, zolang er nog één hommel zoemt… is er hoop.
Wat kletsen ze nou? Ik heb laatst nog een vis uit het water geschept, al was hij door ademnood nogal verlept. Hij leefde toch nog, ook al zag hij wat grauw: wat kletsen ze nou?
Angst is voorbarig, kritiek zo goedkoop, zolang er nog één visje zwelt… is er hoop.
Wat kletsen ze nou? Ik heb laatst nog een bloem geplukt in de natuur, al rook ze een beetje naar zwavelzuur. Er zat op de blaadjes toch nog wat dauw: wat kletsen ze nou?
Angst is voorbarig, kritiek zo goedkoop, zolang er nog een bloempje bloeit… is er hoop.
Wat kletsen ze nou? Ik heb laatst met mijn liefste het bed nog gedeeld, en ondanks de kamferlucht haat niet verveeld. Al zag ik na afloop misschien ook wat blauw: wat kletsen ze nou.
Angst is voorbarig, kritiek zo goedkoop, zolang er nog één man het kan… is er hoop.
Angst is voorbarig, kritiek zo goedkoop, zolang er nog een vlinder vliegt, ’n hommel zoemt, ’n visje zwemt, ’n bloempje bloeit, ’n man het kan, is er nog ’n uiterst klein, mikrofijn, piezerig, griezelig, haast te verwaarlozen klein beetje hoop!