Reeds lang had ik mijn vrouw beloofd naar Amsterdam te gaan Zo'n belofte die maakt schuld En dient eindelijk vervuld Zo brak dan na lang wachten ook de blijde morgen aan En omdat ik er nu niet meer buiten kon Ging 'k in vredesnaam op weg naar het station En gezellig en tevree Gingen de kindertjes ook mee Jantje, Keesje, Aaltje, Nel Net zo'n landverhuizersstel Achterop mijn nek daar hing Onze jongste lieveling Achteraf mijn vrouw, mijn Liesje Met het karbiesje
Zo kwamen wij toen aan 't station en 'k vroeg aan het loket Derde Amsterdam, meneer Zes retours voor heen-en-weer De kaartjesman zei: Beste vriend, ga jij maar weer naar bed Zie maar dat je 'n and're keer het reisje maakt Want vandaag heeft overal de spoor gestaakt 'k Zei: Verdikkie, dat is lam Een keer wil 'k naar Amsterdam 'k Sta met al mijn kind'ren hier Zelfs het kleinste mormeldier 'k Heb mijn hele leven door Nooit gezeten in het spoor En nu 'k een reisje wil gaan maken Gaan ze staken
Mijn vrouw zei: Kijk, daar gaat de chef Die, met zijn rooie pet Als een pas-gevangen beer Liep de kerel heen en weer Ik daad'lijk naar de chef toe en ik vroeg beleefd en net Wanneer gaat naar Amsterdam de eerste trein Hm! Zo-zei-d-ie, dat zal wel overmorgen zijn Ik zei: Leen me asjeblief Dan maar een ouwe looc'motief Stoken kan mijn oudje wel Die stookt thuis ook als de hel Ja, zo zei mijn schattebout Geef maar 'n bossie kachelhout Dan zal ik het vuur aanmaken Laat ze maar staken
Ze leenden me geen locomotief, ik riep de inspecteur D' Inspecteur zei: Hm-hm-hm En de chef zei: Hm-hm-hm Zeg, kan ik nog naar Amsterdam? Vroeg ik de conducteur Maar de conducteur zei: Hm-hm-hm, o zo Toen ging ik het maar eens vragen op 't bureau Toen ik op 't bureau dan kwam En vroeg: Kan ik naar Amsterdam? Zeien ze allen: Hm-hm-hm Toen zei ik ook maar: Hm-hm-hm Heel het personeel was stom Ik zei: 'k Kom later wel weerom Later zal 'k de reis wel maken Als ze niet meer staken