Huisje, boompje, beestje. Nee dat was je toekomst niet. Van dag tot dag, zo moest je leven. En maak dat je er van geniet. Trouwen en een baan, dat was voor anderen bestemd. Flitsend zou je door het leven gaan. Vol gas en ongeremd.
Inzien, wanneer zie je nou eens in. Dat je meedraait in de malle molen.
Je zou de wereld over reizen. Zonder spullen, zonder poen. Je zou jezelf gaan bewijzen, van: zo moet je dat nou doen. Maar met de jaren komt de wijsheid en je wilde laatst nog gaan. Maar je weet geen raad meer met je vrijheid, dus je begint er niet meer aan.
Inzien, wanneer zie je nou eens in. Dat je meedraait in de malle molen.
En hu heb je je huis, je boom en je beest. En een hele drukke baan. Is dat wat je wou bereiken in je vluchtige bestaan? Maar je roept dat je gelukkig bent, het leven is 1 feest! Maar ergens diep van binnen, kriebelt het nog steeds.
Inzien, wanneer zie je nou eens in. Dat je meedraait in de malle molen.