"Lieve Peter, voor je werk geeerd ben je al heel vaak Wij, als een heel klein beetje kunstbroeders, vinden dat we je ook door je werk moeten eren En we hebben ons dus de dichterlijke vrijheid genomen om 'r wat mee te doen"
Ik wil je iets vertellen, een waar gebeurd verhaal Al lijkt 't op een sprookje, geloof 't helemaal 't Gaat over een jongen, een Rotterdamse bard Hij zong wel honderd liederen, die kwamen uit z'n hart
refr.: Zijn naam is Peter Blanker, een Rotterdamse bard Hij zingt wel honderd liederen, die kwamen uit z'n hart Hij zingt wel honderd liederen, die kwamen uit z'n hart
'k Ken jou van televisie, de Holle Bolle Boom Je was een ouwe hippie, voor mij was jij m'n oom Een oom, zo vol met franje, een grote bos met haar Maar bovenal een kanjer, een kanjer met een gitaar
refr.
Ik was een heel jong meisje, van dertien jaar misschien Toen heb ik Peter Blanker voor 't allereerst gezien Ik zong toen in een musical, in 't clubhuis op De Brink M'n hart, dat was aan 't kloppen, ik vond jou best een bink
refr.
Jij ging met ons naar Leersum, daar in 't enge bos Met de grote slokop, gingen alle remmen los De bomen gingen praten, we zongen er ook bij De elfjes en de aardlui, die vlogen ons voorbij
refr.
Ik ken je van de werkvloer, aan de Calandstraat We werkten daar vol plichtsbesef, pikant maar delicaat We vielen onder Pleunie, die goeie ouwe tijd Daar achter kamerschermen, vol creativiteit