Ieder gezin zit wat krap in het geld 't Huishoudboek komt niet meer uit Of Pa 'wat meer geeft', dat helpt hem geen fluit Moeder blijft klagen en steunen Toch komt dat aardige hoedje in huis Toch komt die leuke japon Ja, zelfs die schoentjes en mantelcoupon Dan begint Vader te kreunen:
refr.: Wie zal dat betalen Wie heeft dat besteld Wie heeft zoveel ping ping-ping ping Wie heeft zoveel geld Wie zal dat betalen Wie heeft dat besteld Wie heeft zoveel ping ping-ping ping Wie heeft zoveel geld
Jansen, dat weet men, zit steeds op zwart zaad Komt men om geld aan de deur Doet zijn vrouw open en zegt met een kleur: " 'k Zal het U morgen wel sturen!" Toch komt de slager geregeld aan huis Laatst bracht men zes flessen wijn Slagroomgebakjes brengt men per dozijn Glimlachend vragen de buren:
refr.
Pieters ging trouwen, maar had niet veel geld 't Werd dus 'eenvoudig gedaan' 't Zou zonder opschik waarendig wel gaan Vlug het stadhuis in te wippen Maar bij zijn bruidje in zijde en kant Krabbelde hij aan zijn oor En toen zijn schoonma zei: " d'Auto staat voor" Vroeg hij met trillende lippen:
refr.
Willemsen kocht op 'een knaak in de week' Zeven kostuums en een bad Toen nam zijn vrouw nog een fiets 'op de lat' Een gaskachel en televisie 't Zoontje een pick-up en tenniskostuum Zusje een zilvervosjas Verder een koelkast, een theepot, een das En allemaal 'op conditie!'