Mensen luister naar dit lied van een Herpse metselaar. Met huisje boompje beestje dan hej je t voor mekaar.
Tot die op ene koje dag strontzat de kroeg uit kwam. As bezeten door dun Duvel Ze'n vrouw te grazen nam.
En hij sloeg ze uit het hemelbed Hiep piep hoera, Hiep piep hoera Een week of 5 6 in de ziektewet Hiep piep hoera, Hiep piep hoera
Kapot van spijt beloofde hij dit gebeurt nooit meer. Maar binnen een paar weken toen krulde het er weer.
Want hij was weer op stap geweest en zei kreeg weer der deel Bewerke hear met keukenmes en vloog ze naar de keel
en ze lag in haar bloed te spartelen Hiep piep hoera, Hiep piep hoera Hoe kan een mens zijn vrouw zo martelen Hiep piep hoera, Hiep piep hoera
Toen ze uit de koma kwam Nam ze van em an Dat ze destijds oog in oog met een inbreker haj gestan
Naar haar welkom thuis feest was ze erg verast. Toen hij haar liet merken hoe blij ie wel nie was
Want hij sloeg ze door de keukenruit Hiep piep hoera, Hiep piep hoera En t bloed spoot alle kanten uit Hiep piep hoera, Hiep piep hoera
Her hele lijf vol littekens en pinnen in der zij kwam her lange lijdensweg 's nachts in der droom voorbij Thuisgekomen heeft ze toen zijn lievelingskost gemakt en toen t gif war in gewerkt zenne kop eraf gehakt
En daar lag ie stuip te trekken Hiep piep hoera, Hiep piep hoera Maar da kon her tog nix verreke Hiep piep hoera, Hiep piep hoera
En ze het nog dagen doorgehakt Hiep piep hoera, Hiep piep hoera Wa het de drank tog veel kapot gemaakt Hiep piep hoera, Hiep piep hoera