Er was een plek in Rotterdam Waar j'niet komen kon Tot de autobus er eind'lijk kwam Zag en overwon Er is nu geen wijk in Rotterdam Waar je met de bus niet komen kan En daar profiteeren wij nu van Spangen, Charlois en De Dijk Geven van hun vreugde blijk
refr.: We gaan rijen, rijen, rijen met de autobus We gaan rijen met de autobus Dat is zoo knus Want die brengt je vlug, want die brengt je vlug Van de Coolsingel naar Plaswijk en terug
Meneer Meier had altijd gezegd In zoo'n bus, o nee 't Is affreus, de lucht is er zoo slecht Nee, ik ga niet mee Maar laatst, op een mooien zomerdag Hoorde ik opeens een harde slag En zag dat hij er toen onder lag De chauffeur droeg hem er in En zei: "Nou heb ik m'n zin"
refr.
Pietje Jansen had een meisje lief En had veel verdriet Want voor vrijen voelde ze niet Zoenen wou ze niet Wand'len in het park vond ze flauw Als ie 'r aankeek kneep ze hem al blauw Pietje zei toen: "Meid, hoe zit dat nou Mag ik heelemaal niets doen?" "Zeker, engerd", zei ze toen