Ik haat die straat Een straat vol dooie ouwe bomen Waar niets anders meer wil groeien Dan een plukje giftig kruid Soms loopt mijn wandeling er ongewild in uit Ben ik er toch weer ongemerkt terechtgekomen Het is een straat zo godverlaten Zo berooid en desperaat Dat alle hoop en licht je daar worden onrnomen Het is de straat die geplaveid is Met de opgegeven strijd En met de scherven van kapotgevallen dromen
Ik haat die straat Omdat ik telkens weer moet kijken Naar die dromen en verwachtingen Die stukgevallen zijn Miljoenen wensen en verlangens, groot en klein Die hier zo zinloos en zo kinderachtig lijken Die aanblik contrasteert zo schril Met alles wat ik zelf nog wil En met mijn eigen dromen, die niet willen wijken
Ik haat die straat Soms zie ik scherven en stukken Die veel lijken op verwachtingen en dromen uit mijn jeugd Waar ik me jaren tevergeefs op had verheugd Maar die bij nader inzien nimmer konden lukken Omdat je soms naar dingen streeft Die 't leven niet in petto heeft En die je beter resoluut kunt onderdrukken Ik haast me voort, want als ik stop Dan raap ik vast wat scherven op Je moet voor stukgevallen dromen nimmer bukken