Toen je wegging vroeg je lachend: "Lieve kind, waarom zoveel verdriet? 't Is toch niet voor 't eerst dat ik op reis ga, jou vergeten doe ik niet Je moet niet zoveel prakkeseren, haal geen narigheid in huis Kom kindje, doe weg nu die tranen, met Kerstmis ben ik weer thuis"
In de kamer staat een kerstboom, er is niemand die het ziet En al is 't nu dan Kerstmis, de kaarsjes branden niet Ik zit in 't donker te staren, in dit stille, kille huis En ik hoor maar steeds je woorden: Met Kerstmis ben ik weer thuis
Uren, dagen, maanden, jaren gingen als een loden last voorbij En hoewel ik toch van wanhoop wachtte, jij kwam niet terug bij mij Ik kocht ieder jaar trouw een kerstboom, de mooiste stond steeds in ons huis Ik geloofde nog steeds in je woorden: Met Kerstmis ben ik weer thuis
In de kamer staat een kerstboom, er is niemand die het ziet En al is 't nu dan Kerstmis, de kaarsjes branden niet Ik zit in 't donkrer te staren, in dit stille, kille huis En een ding weet ik nu zeker: Met Kerstmis ben jij niet thuis