Ik heb een displaced person in mijn hart O, 't is niet erg, u moet er niet van schrikken Ik heb het soms, bepaalde ogenblikken O, 't is niet erg, een kwestie van het hart
Soms sta ik met mijn koffers op 't station En om me wachten mensen op hun treinen En door 't geraas waarmee ze dan verschijnen Sta 'k plotseling op een vreemd en onbekend perron
En wat bagage naast me was, luxe en verpakt Is dan opeens een haveloze have Bijeengeraapt in haast ebn dagenlang gedragen Met zwepen worden w' in de trein gekwakt
Onze gezichten staan vervreemd verstrakt Naar de bestemming durft geen mens te vragen 't Is over als een man vraagt; zal 'k uw koffer dragen O graag! Ja, weet u, ik heb een displaced person in mijn hart
Ik heb het niet altijd alleen op reis O nee, ook wel eens chic gekleed bij een premiere Daar zit mevrouw De Leeuw. We zitten goed, parterre Zeg, weet je dat, die Mies de Leeuw heeft ook haar rijbewijs
Kijk, die mijnheer heeft daar een foute plaats bezet Een zaalsuppoost komt druk gesticuleren Mijn displaced person kan zich plotseling niet verweren 'k Zie de suppoost niet meer, ik zie alleen: De Pet
De Pet gaat, er loopt iemand achteraan Er is een deur achter hem dichtgevallen 'k Zie om me heen hoe in alle Gezichten de ogen strak en bleek en roerloos staan
Mevrouw De Leeuw d'r haar zit in de war Mijn man probeert z'n handen niet te laten beven Maar 't doek gaat op, schijnwerpers brengen een decor tot leven 't Was niks, mijn displaced person in mijn hart
Ik heb het ook wel, als ik zo naar mensen kijk Zoals naar u nou, nu ik u zo zie zitten Dan zie ik ze ineens, met wat ze nog bezitten Gebonden in een laken, op een donk're modderige dijk
Voortsjokken. Moe, onwetend en verward Ineens geen naam, geen baan meer, geen positie Alleen maar vluchtend, met hun kinderen en hun eruditie 't Is niks, gewoon, mijn displaced person in mijn hart Maar wanneer zou zoiets nou es over zijn