Ik rijd met een brommer met dikke banden En ik ben de plezantste van de straffe mannen.
Bij elke rel of vechtpartij ben ik er altijd gloeiend bij. Van mijn zeven zat ik allicht in het verbeteringsgesticht. Nu wordt het moeilijk om nog rond te stoeien want de politie tracht mij uit te roeien. Ik denk da'k er niet goed van voren zit 'k Heb een strafregister in gebroken wit.
Ik ben een hels angel, ik ben een hels angel, Ik heb van niemand genen bangel, Ik rij al over berg en dal, Mijne naftbak moet leeg da's al.
'k Heb nekeer een accident gedaan. Bennekik me daar ne gang gegaan. Toen ik een kruispunt overvloog, Kreeg ik een strontvlieg in mijn oog. Ik ben bij een beenhouwer binnen gereden, Die heeft in zijn vinger gesneden. 'k Zat er weeral niet goed voor Want er stak een salami in mijn oor.
Binnenkort ga ik eens lekker trouwen Met een koppel ferme vrouwen. 't Is niet van willen maar van moeten, Want ik had een goed stuk in mijn voeten. 'k Heb ze bemind op mijnen brommer, Tegen tweehonderd per uur. Ze zagen groen als een komkommer, Maar in vlam en vuur.
Op een keer reed ik weer te rap, Plots hoor ik een enorme klap. 'k Had zeven kippen doodgereden, een melkkoe en een kat. Darmen, pluimen en haar, wat een bloedbad. Maar ze moesten blijven staan, En daarbij z'hadden zelfs hunnen gordel niet aan.