Jonge meiskes vol verlangen Naar een jongen knap en fijn Laat u niet te spoedig vangen Want ge kunt bedrogen zijn 't is een hemel, ja te paren Met een jongen fris en zoet Maar welhaast zult gij ontwaren Hoe een vrouw soms zuchten moet
De vrouwen (mannen) zijn de besten Dat weet toch iedereen De mannen (wijven) dat zijn pesten Dat vindt men algemeen.
Jongens kijkt naar mijn Colette Die daar dag'lijks tot de noen Bezig houdt mee heur toilette En mij zelf heur werk laat doen Vroeger in heur zondagskleren Was zij snel gelijk een bie En nu moet ik mij ommekeren En ik zucht als ik heur zie.
De mannen zijn de besten Dat weet toch iedereen De wijven dat zijn pesten Dat vindt men algemeen.
Nauwelijks in den echt getreden Of hij droeg voor goed de broek 'k Had geen woord niet meer te zeggen En mijn plaats was in den hoek Moest ik soms al iets gaan kopen Dat in 't huiskraam nodig was 'k Moest bij mijnen kinkel lopen Om de sleutels van de kas
De vrouwen zijn de besten Dat weet toch iedereen De mannen dat zijn pesten Dat vindt men algemeen.
Jongens, wacht u van de vrouwen Want 't es 't slechtste wat men vindt En als gij eens komt te trouwen Is zij altijd vies gezind Want de wijven dat zijn plagen Ziet dat ge er u van ontmaakt Later zoudt gij zitten klagen Als gij eens in 't net geraakt
De mannen zijn de besten Dat weet toch iedereen De wijven dat zijn pesten Dat vindt men algemeen.
Wel hoe kunt gij toch zo spreken 't Wijf is beter dan de man Hij doet niets dan slaan en breken 't Vrouwtje werkt zoveel zij kan En de man loopt altijd zuipen En het vrouwtje zucht er om Komt hij thuis, hij valt aan ’t kruipen En hij slaat zijn wijf haast krom
De vrouwen zijn de besten Dat weet toch iedereen De mannen dat zijn pesten Dat vindt men algemeen.
Op uw werk sta'de' gij te zweten En het wijf kommeert dat ’t kraakt Moet zij drinken, moet zij eten Rap een kaffeetje gemaakt En dan tiert men op de venten En men trekt ze bij het haar En het wijf versnoept de centen Goede man, werkt gij tons maar
De mannen zijn de besten Dat weet toch iedereen De wijven dat zijn pesten Dat vindt men algemeen.
En die mannen als zij trouwen Zweren eeuwig liefde en min Rap zit hij bij andere vrouwen En de zijn' is uit zijn zin Ja bij dagen en bij nachten Ziet men 't vrouwtje aan 't venster staan En in 't vruchteloze wachten Stort zij ook al menige traan
De vrouwen zijn de besten Dat weet toch iedereen De mannen dat zijn pesten Dat vindt men algemeen.
Maar die goede brave vrouwen Zijn op d'andere mans niet kwaad Is't niet beter nooit te trouwen Als ge trouwt is het te laat Laat ons daarom zo nie kijven Niets es beter dan de vreugd En de mannen en de wijven Der is immers niets dat deugt.
De vrouwen (mannen) zijn de besten Dat weet toch iedereen De mannen (wijven) dat zijn pesten Dat vindt men algemeen.
Dus gene zijn de beste Dat weet toch ledereen En 't zijn al te samen besten En dat vindt men algemeen