Pier Sies, knecht van boer Adriaan die moest de koe gaan halen om daarmêe bij den stier te gaan ge moet dat goed verstaan omdat dat beestje tuchtig was en maakte nogal veel ambras Marianne ging mêe, ?t was ziene weerd om te draaien aan de steert
Marianne en Blesse en onze Pier ze waren juist met drijen ze trokken samen vol plezier en vreugde naar de stier Marianne wilde ne keer zien hoe dat dat spel wel zou geschien en ze was van liefde toch zo zot heur hemde was doorweekt
De stier nu had zijn werk gedaan ze mochten huiswaarts keren Marianne kost dat niet verstaan hoe dat dat was gegaan Zij sprak nu tot onze Pier Sies da spel, da vind ik nogal vies hoe kon de stier nu weten dal ons Blesse tuchtig was
Toet, toet, zei Pier, dat is gekend ze kunnen dat gerieken Wel Pier gij zijt ne brave vent nu maakte mij kontent 't Moest bij de mensen ook zo zijn geriekt gij niets precies kozijn ? Bij ja, subiet, zei onze Pier en hij deed 't zelfde van de stier
Marianne was nu ook voldaan ze trokken weeral verder en Blesse mocht niet rap meer gaan dat kunt ge wel verstaan De steert en wierd niet meer gedraaid Marianne ging bij Pier de kameraad en zei, terwijl z'hem gaf ne neuk: hoe is 't met Uwe reuk?
't Is goed, zei Pier, 'k gerieke ?t al ge moet gij mij niet plagen Hij stekt Marianne bij heur vel 't was weeral 't zelfde spel Dan nog een beetje voortgegaan Marianne bleef alweder staan en riep nu voor den derden keer: geriekte nikske meer ?
Dat duurde zo tot viermaal toe Pier begon te geeuwen hij wierd da spel zodanig moe hij trok al aan zijn koe om rap naar huis te kunnen gaan Marianne deed ze blijven staan en riep: trekt uwen neus maar op gij stomme ezelskop
Mijne neuze is al heel verstopt we gaan een beetje wachten 't is genoeg aan mijn deur geklopt 'k heb nu al genoeg gestopt gij zijt veel slechter dan de koe dat beeste was van een keer moe en ik riek al ne keer of vier 't is slechter dan de stier
o ja ge zijt ne felle reus sprak wederom Marianne gij maakt nogal van uwen neus ge zijt nogal fameus waart gij besteld gelijk de stier 'k en vroeg naar gene keer of vier maar gij met uwe korte steert 't is wel de moeite weerd