Als ik 's avonds nog heel even in je kamer binnensluip Kan het mij soms overkomen dat ik zachtjes bij je kruip Om je kleine hand te voelen, die naast je hoofdje ligt En je vingertjes te tellen in het laatste avondlicht
En ik knipoog in het donker naar de grote bruine beer En 't is net of 'k hoor hem vragen: "Zo, kom jij ook nog een keer?" Maar hij zwijgt en strooit zijn dromen en hij stuurt je nog een schaap Om met jou door 't gras te lopen op het eiland van je slaap
Als een paar verdwaalde stralen van die goeie ouwe maan In een eind'loze seconde langs de kamermuren gaan Zie ik alle kleine dingen die je nu zo dierbaar zijn Posters van Suske en Wiske, van Club Brugge en Piet Konijn
Op een schab je Legotreintje en een spaarvarken uit klei UIt het kastje naast de wekker, een porret van jou en mij Dan zou ik willen vragen: blijf gerust nog maar wat kind Dat je deze kleine dingen nog heel lang belagrijk vindt
Maar dan zie ik je broze lijfje en de angst slaat mij om 't hart Want de tijd gaat ook bij jou voort en de wereld is zo hard Als ik je hier zo zie liggen, onbewust van het gevaar Dat je morgen kan belagen, nu of straks of volgend jaar
Ik zie rotsblokken die vallen, lokkend water, diep en koud Spuiten, pillen, snelle wagens, legerlaarzen in het woud Je mompelt wat als ik rechtsta en mijn gedachten samenraap Ik laat je nu beter alleen op het eiland van je slaap