De meester spreekt bij 't afscheid tot zijn knecht Bij hem nog in de leer "Bewaar mijn huis en mijn gebod Bedenk altijd: eens kom ik weer" De leerling luistert al niet meer En gaat vol ijver aan het werk En trots herhaalt hij keer op keer Dit is de enig ware kerk
Heb lief, zo heeft de heer gezegd De knecht heeft iets van 'lief' gehoord En daar verschijnt een tweede knecht Die ook al goochelt met dat woord Nu wordt de eerste zeer verstoord Maar hij was eerst, dus hij staat sterk En steeds roept hij bij brand en moord "Dit is de enig ware kerk"
't Getal der knechten groeit steeds aan En ieder loopt het uit de hand Met liefde wordt hier veel gedaan Rood kleurt de hemel boven 't land 't Is kerk om kerk en tand om tand En steeds leest men op iedere zerk En op de graven in het zand Dit is de enig ware kerk
Nog is de tovenaar van huis En deed de knecht zijn meesters werk Nog rijst op Golgotha het kruis Is dit de enig ware kerk Is dit de enig ware kerk