Het is ons te vergeven dat we vol van zelfvertrouwen Met min of meer voldoening voor de spiegel kunnen staan Maar laten wij ons ditmaal eens wat critischer beschouwen En kijken naar het innerlijk, daar komt het toch op aan En waar we dan belanden Dat zijn de ingewanden Waarvan we vurig hopen Er niets aan op te lopen Een hele massa spullen Die ons inwendig vullen En voor het merendeel Een dubieus geheel
Maar wacht eens even, kijk eens goed, wat zien we hier Is dat een holtedier? Nee, 't is geen holtedier En ook geen ader en geen zenuw en geen spier Het is de alvleesklier, jawel de alvleesklier Al heb ik geen idee waar deze klier voor dienen moet Hij is bekwaam en ijverig en zeer welopgevoed En wat hij doet, dat doet hij goed in voor- en tegenspoed Die brave alvleesklier
Het voedsel dat je binnenkrijgt, vermaal je met je tanden En daarna wordt het langs het keelgat afgetransporteerd Vervolgens moet het zich verplaatsen door je ingewanden Dat is een hele toestand, meestal gaat er iets verkeerd Je kunt geen feestjes vieren Met stenen in je nieren En al te veel jenever Dat ondermijnt je lever De toestand van je darmen Wekt meer dan eens erbarmen Problemen met je maag Zijn ook een ware plaag
Maar wacht eens even, kijk eens goed, wat zien we hier Welk een oprecht plezier, dat doet me echt plezier Hier heb je nu eens gesukkel en gemier Dit is de alvleesklier, precies, de alvleesklier Een milt die zich vertilt raakt ongewild aan lager wal En word je geel, dan speelt dat heel waarschijnlijk in je gal Maar een geval kent geen verval, u raadt het zeker al Dat is de alvleesklier
Niet eens zo ver beneden onze nobele gedachten En achter die onschuldig zachte, lokkend warme huid Daar borrelen en glibberen verschijnselen en krachten 't Is prachtig, die natuur, maar 't ziet er onbehaaglijk uit Want wie is nooit geschrokken Van vliezen en van vlokken Van zuren en van sappen Die links en rechts ontsnappen Bacterien die grazen In lobben en in blazen O gij die binnentreedt Hier heersen angst en leed
Maar wacht eens even, kijk eens goed, wat zien we hier Zo rustig en zo fier, en toch met zoveel zwier En zo geruisloos als een Zwitserse bankier Dat's geen gewone klier, dat is de alvleesklier De vleselijke driften zorgen dikwijls voor schandaal En ook de vegetariër vindt vlees maar bestiaal Toch zien we nog een sprankje blijheid in het darmkanaal Dank zij de alvleesklier