Regenvlagen, onbehagen Het weer is uitgesproken guur Ik zit binnen, verzet mijn zinnen Gooi een blokje op het vuur Lekker stoken, sigaartje roken Onbekommerd schemeruur
Krachten sparen, rust bewaren Gaat vervelen op den duur In alle hoeken liggen nog boeken 't Wordt tijd dat ik er eens in gluur Dus ga ik lezen, wat zal het wezen Ik merk het al, ik voel het aan mijn tandglazuur
Het is literatuur, ja, het is literatuur En dan is het nog niet eens gewoon maar literatuur Het is een stroming, een nieuwe stroming Zoals ik zeg, een nieuwe stroming in de literatuur Een echte nieuwe stroming in de literatuur Een hele echte nieuwe stroming in de literatuur
Een dichter heeft een aantal losse regels gepend En toont het werk aan een bevriende koordirigent Die in de stad een culturele ambtenaar kent En deze heeft relaties met de boekrecensent Die zegt "Het gaat niet om de vorm, het gaat om de vent" En dus is het literatuur
De een is anekdotisch, de ander obscuur De een is realistisch en de ander is puur En dat stroomt maar Dat idioomt maar En dat symptoomt maar In de literatuur
De eerste heeft de helderheid van griesmeelpap De tweede vindt de eerste onvoorstelbaar knap De derde schrijft uitsluitend voor de linkse hap De eerste roemt de derde om zijn meesterschap En deze gaat dan weer met nummer twee op stap En zo bloeit de literatuur
Te koop of te huur, of te leen bij een buur Overal heb je literatuur In theater en ether, in klooster en klas En ook aan de weg en de muur Op het zakenadres van de buikdanseres En bij de Comtesse de Segur
O, waar ik ook tuur zie ik de literatuur De li li li li literatuur De liter, de liter, de liter, de liter De liter, de liter, de literatuur De litera titera tutera tatera ta De literatuur