Het is feest, de bevolking stroomt te zamen Men begroet zijn vrienden met een lach En monsieuren zeggen tot madamen: Dat bevalt me wel, zo'n vrije dag Maar er is een die niet schertst en rondflaneert Het is degeen op wiens kosten heel de stad zich amuseert
Het is de beul met zijn overwerkte spieren Het is de beul met zijn zorgelijk gezicht Die op het plein, om de burgers te plezieren In weer en wind zijn ondankbaar werk verricht
Op deez' dag, en wie zal dat euvel duiden Willen allen mooi en deftig zijn Zelfs de min geachte kleine luyden Dragen kant en pluimen en satijn Maar er is een die geen zwier en charme kent Van top tot teen een onfrisse en onogelijke vent
Het is de beul in bijeengeflanste kleren Het is de beul op een verveloos schavot Die studieus voor zijn vak heeft moeten leren Maar door de arts en de slager wordt bespot
Het is feest, want er valt iets te beleven Ja, er is een executieklant Ieder popelt, en geliefden geven Kneepjes in elkanders bil of hand Maar er is een die nog nooit geknuffeld is Die algemeen wordt beschouwd als kwade pier en rotte vis
Het is de beul met zijn vele overuren Het is de beul met zijn karige pensioen Die van 't publiek veel gezever moet verduren En bij de klant helemaal geen goed kan doen
En wie aanvaardt zijn bevelen en zijn luimen? Het is de knecht, die trouwhartig is en sterk Voor het gereedschap zorgt, de rommel op mag ruimen En nooit de aandacht krijgt, alleen het vuile werk
Ik ben de beul Hij is de beul Ik dien het recht Ook voor zijn knecht En het bestaan (bijlo) En het bestaan Dat ik Dat ik (verdomd) Als beul moet ondergaan Als knecht moet ondergaan Is slecht Is slecht Dat dient maar eens gezegd Dat dient maar eens gezegd