Luister even beste mensen naar 't verhaal over een hond Hij heet Bello en loopt rustig zomaar in z'n blote kont Met een dropneus en vol haren en een druiloor van verdriet De vinding van het zwarte garen was bepaald z'n vinding niet
refrain: Van je waf, waf, waf, o wat zijn die beesten maf Van je he helaas, niet veel maffer dan z'n baas Van je waf, waf, waf, o wat zijn die beesten maf Van je he helaas, niet veel maffer dan z'n baas
Komt er iemand op visite, ontsteekt 'ie in een luid geblaf Zodat niemand iets kan zeggen en dan roep je: Bello, af En dan houdt 'ie zich wel rustig, ja hij is niet inbesiel Kijkt wel uit, dan moet ik strakies naar dat gajes in 't asiel
refrain
Hij gelooft alleen in eten, dat is iets wat Bello snapt En de rest mag je vergeten, lekker eten tot'ie knapt En als tante langs komt draven, da's zo'n mager fenomeen Wil hij haar de grond in graven want ze lijkt zo op z'n been
refrain
Snuffelt gretig door het leven, aan je voeten effe gauw En wat hij te gek vindt ruiken, vielen wij gelijk al flauw Snuffelt hier wat, snuffelt daar wat, uitgemeten zonder haast En laat hij dan zelf wat vallen, graaft 'ie gauw een kuil der naast
refrain
Maar soms ligt 'ie zagt te piepen, bibberend de ogen wijd Met z'n staart tussen ze benen, toonbeeld van de zorglijkheid Hij kan 't leven niet bevatten, en al lijkt het nogal dwaas Is dat alles, bij m'n weten, wat 'ie gemeen heeft met z'n baas