Het schijnt dat ik zeldzame dieren bedreig Dat merk ik omdat ik acceptgiro's krijg Dan denk ik: O jeetje, wat zielig, ach gut Maar wat heeft in godsnaam een neushoorn voor nut
Hij is prehistorisch en paranoid Omdat hij erg dom is en vrijwel niks ziet Een harnas vol schubben, je ogen doen pijn Zo'n beest hoort al eeuwen verdwenen te zijn
Persoonlijk heb ik aan een goudvis genoeg Ik snapte dus nooit waar die heisa op sloeg Dan denk ik: O jeetje, 't is zielig, ach gut Maar wat heeft in godsnaam een walvis voor nut
Hij hindert de scheepvaart en poept diarree Stort tonnen urine en sperma in zee Een lillende speklap vol keutels en traan Wat is er op tegen als die niet bestaan
Ik ben heus geen beest maar het laat me vrij koud Of ergens gestroopt wordt, gekapt of gebouwd Dan denk ik: O jeetje, 't is zielig, ach gut Maar wat heeft in godsnaam een tijger voor nut
Een loensende gluipkop, die stinkt uit z'n mond En pooierig rondsluipt in veels te duur bont En oneconomisch toeristen verslindt Een tijger is zinloos, dat weet ieder kind
Ik hou best van dieren, maar dan met verstand Benader de zaak van de andere kant Dus denk ik: O jeetje, 't is zielig, ach gut Maar wat heeft in godsnaam een zeehond voor nut
Ze zijn op de Wadden ons leger tot last En schaden de visstand daar zeer enthousiast In Canada smeren ze alles vol bloed Alleen op affiches voldoen ze heel goed
Omdat ik een mens ben verwoest ik natuur Toch jammer, maar ja, alles went op den duur Dus denk ik: O jeetje, 't is zielig, ach gut Maar wat heeft in godsnaam een panda voor nut
Een teddybeer van de lamlendigste soort Hij lust niks als bamboe en plant zich niet voort We moesten die wolbaal nou toch maar eens kwijt: Dat beest geilt alleen maar op publiciteit