Mooi Mieke van zestien, zo pril en zo kuis Was voor een paar weken bij Grootmoe in huis Daar voelde mooi Mieke zich op haar gemak Hoewel aan haar venster een ruitje ontbrak Aan dat fleurige venster Dat geurige venster Dat keurige venster In grootmoeders huis
"O Maarten!", zei Mieke, ze was nog zo groen "Zeg, voor je naar huis gaat, geef mij gauw een zoen!" Daar keek onze Maarten geweldig van op En onverwacht stak-ie z'n blozende kop Door dat fleurige venster Dat geurige venster Dat keurige venster In grootmoeders huis
Hij drukte een kus op haar mond, en owee 't Bleef niet bij een en 't bleef niet bij twee Hij kuste mooi Mieke en zij kuste hem Toen zei ze: "Welterusten!" maar Maarten zat klem In dat fleurige venster Dat geurige venster Dat keurige venster In grootmoeders huis
Hij rukte en trok, maar 't raam won de strijd En grootmoeder hoorde dat helse lawijt Zij pakte een gloeiende pook uit 't vuur En Maarten dacht: o! nou slaat mijn laatste uur In dat fleurige venster Dat geurige venster Dat keurige venster In grootmoeders huis
De wanhoop stond levensgroot op z'n gezicht En toen is op eenmaal dat venster gezwicht Hij ging er vandoor als een vluchtend konijn Voorzien van een halsband, dat was 't kozijn Van dat fleurige venster Dat geurige venster Dat keurige venster In grootmoeders huis