Ik met z'n tweeen vieren vandaag ons zilveren jubileum We hadden al vroeg een stuk in de kraag op ons zilveren jubileum Ik met z'n tweeen vieren vandaag ons zilveren jubileum We begonnen de grote dag van vandaag met een tweestemmig te deum Ik vroeg nog aan mij; wat doen ze alzo Wat doen ze op zulk soort dagen We draaien wat rond in ons lits-jumeaux Want we vinden dat moeilijke vragen We kijken naar boven, naar het plafond Waar de balken zo vroeg al bewegen En we denken; buiten valt de zon Of buiten schijnt de regen
Ik met z'n tweeen vragen ons af van al die jaren Wat bleef er Behalve ons troebele spiegelbeeld in de dubbele jenever We horen dat anderen op zo een dag Dat was geweest is vieren Dat zij daarom op zo een dag Hun stoel met slingers versieren Maar wel rijst dan de vraag bij ons Hoe het zo ver kon komen Dat men met de buik vol gebak en bonbons Zonder schrik van gist'ren kan dromen
Ik met z'n tweeen denken vooruit We leven niet in het verleden Want ons glas van gist'ren, dat is leeg Maar vol is dat van heden We vragen nooit; waar blijft de tijd Want we voelen; dan gaat er iets mis We zien de stilstaande koekoeksklok En weten hoe laat het is We liggen in ons lits-jumeaux Zolang de voorraad strekt En als de avond valt hebben we De tafel voor twee gedekt Ik met z'n tweeen hebben een zorg Zover te kunnen lopen Dat een van ons in 't cafe op de hoek een nieuwe fles kan kopen
Want als dat niet kan en alles is op Ben ik straks niet met z'n tweeen Dan heb ik twee armen Dan heb ik een kop Ben ik uit mezelf getreden Dan kijk ik in de spiegel en zie Dat is niet iemand anders Met wie ik slaap en drink en eet Met wie ik praat en denk en weet Met wie ik leef die nooit verdween Want dat ben ik Ben ik Alleen Ik met z'n tweeen vieren vandaag ons zilveren jubileum We besluiten de grote dag van vandaag met z'n tweeen Laudamus Te deum